Ga naar hoofdinhoud

“We merken dat er meer rust is in de school”

De coronaperiode heeft veel impact gehad op kinderen en jongeren. Daarom heeft de overheid vanuit het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) budget vrijgemaakt voor gemeenten om het onderwijs te ondersteunen. In Dalfsen is een deel van dit budget gebruikt voor een aantal pilotprojecten, waarin basisscholen intensief gingen samenwerken met de jongerenwerkers van Saam Welzijn.

Toen Hetty Ruitenberg, directeur van basisschool De Zaaier in Nieuwleusen, werd benaderd voor de pilot, was ze direct enthousiast: “Na de coronaperiode kregen we te maken met meer ongeleid gedrag in de bovenbouw, nadat de kinderen een periode thuis hadden gezeten. We zagen meerwaarde in een preventieve aanpak. Want soms komt iets pas aan de oppervlakte op het moment dat het escaleert, maar daar gaat altijd iets aan vooraf.”

“Ik merk dat wij meer tijd overhouden om met onderwijs bezig te zijn”

Jongerenwerkers Laura Brinkman en Yteke Rijlaarsdam zijn inmiddels bekende gezichten op De Zaaier. Laura: “We zijn eerst laagdrempelig gaan kennismaken. We waren in de pauze aanwezig op het schoolplein en hebben meegewerkt aan een ouderavond.” Hetty: “Daardoor wist iedereen: dit zijn Yteke en Laura, zij horen vanaf nu ook bij de school.” Laura: “Zo voelt het ook, dat is heel fijn. Leerlingen en leerkrachten weten ons te vinden en spreken ons aan of komen bij ons met vragen.” Het effect van de aanwezigheid van de jongeren­werkers was snel merkbaar, vertelt Hetty: “We merken dat er meer rust is in de school. De sfeer in de bovenbouw is veel harmonieuzer dan vorig jaar, in de periode na corona.” 

Laura: “Sommige leerlingen hadden toen moeite om weer contact te maken met klasgenoten. We hebben oefeningen gedaan die gericht zijn op de manier van communiceren en hoe je samenwerkt met elkaar. Wat zeg je tegen elkaar, hoe ga je met elkaar om?”

Welbevinden verbeteren

Hetty: “Ook specifieke casussen hebben we samen kunnen behandelen. Pestgedrag richting een leerling konden we gelijk breder trekken. Daar hebben jullie ook duidelijk een rol in gehad. We zien dat het welbevinden van de leerling in kwestie enorm is verbeterd, dat gaat nu heel goed en er is geen extra ondersteuning meer nodig.”

Laura: “We zijn wekelijks aanwezig in de school. We doen dan bijvoorbeeld met een paar leerlingen oefeningen, met behulp van kaarten of spelmateriaal, gericht op samenwerking. We letten op taakverdeling en groepsdynamiek: wie pakt de doos uit, waar wordt het neergezet? Daar heb je het met elkaar over.
Daarnaast doen we ook groepsinterventies en weerbaarheidstrainingen. Momenteel zitten we met een van de klassen in een lessenreeks STOER, samen met Halt en de jeugdagent. Wat is stoer, wat is stom, wat zijn de gevolgen van je acties? Stoer gedrag lijkt voor de een misschien grappig, maar wat doet het met de ander? Verder kijken we met Tactus naar groepsdruk en social media.”

Maatwerk

De jongerenwerkers bieden maatwerk, vertelt Laura: “Bij het invullen van het programma sluiten we aan bij wat er al gedaan wordt op school. Er zijn zoveel momenten dat kinderen even iets extra’s nodig hebben, wij kijken hoe we daarin het beste kunnen helpen.”

Hetty: “We werken nu proactief in plaats van reactief. Als je niet alleen bezig met brandjes blussen en meer preventief werkt, voorkom je dat dingen gaan escaleren. Als er voorheen iets was voorgevallen in de pauze, gingen we dat eerst bespreken in een groepsgesprek. Ik merk dat wij als team nu meer tijd overhouden om met onderwijs bezig te zijn.”

Laura: “We laten ons zoveel mogelijk zien. Ook bij schoolvoetbal of het verkeersexamen komen we even kijken.” Hetty: “Het is voor jullie ook fijn dat jullie de jongeren in de bovenbouw leren kennen, al voor ze de overstap maken naar de middelbare school. Als ze straks ’s avonds uitgaan en in groepjes verzamelen is je contact heel anders, omdat je al een relatie hebt opgebouwd. Ik denk dat ze zich dan meer aangesproken voelen. Als kinderen het gevoel hebben dat ze serieus genomen worden, nemen ze jou ook serieus.”

Het pilotproject krijgt een vervolg, vertelt Hetty: “Het project mag in ieder geval nog een jaar doorgaan en komt beschikbaar voor alle basisscholen binnen de gemeente Dalfsen. We hopen dat we ook na dat jaar kunnen blijven samenwerken. Ik ben ervan overtuigd dat op termijn het rendement ook zichtbaar wordt in de jeugdzorg en het welbevinden van kinderen die van de basisschool overstappen naar het middelbaar onderwijs.” Laura is het daar mee eens: “Wij merken het verschil gelijk, wil de maatschappij er iets van merken heb je het over de lange termijn. Doordat we problemen aanpakken, maar juist ook sociale aspecten blijven stimuleren en de creativiteit en het talent van jongeren aanspreken.”

De coronaperiode heeft veel impact gehad op kinderen en jongeren. Daarom heeft de overheid vanuit het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) budget vrijgemaakt voor gemeenten om het onderwijs te ondersteunen. In Dalfsen is een deel van dit budget gebruikt voor een aantal pilotprojecten, waarin basisscholen intensief gingen samenwerken met de jongerenwerkers van Saam Welzijn.

Toen Hetty Ruitenberg, directeur van basisschool De Zaaier in Nieuwleusen, werd benaderd voor de pilot, was ze direct enthousiast: “Na de coronaperiode kregen we te maken met meer ongeleid gedrag in de bovenbouw, nadat de kinderen een periode thuis hadden gezeten. We zagen meerwaarde in een preventieve aanpak. Want soms komt iets pas aan de oppervlakte op het moment dat het escaleert, maar daar gaat altijd iets aan vooraf.”

“Ik merk dat wij meer tijd overhouden om met onderwijs bezig te zijn”

Jongerenwerkers Laura Brinkman en Yteke Rijlaarsdam zijn inmiddels bekende gezichten op De Zaaier. Laura: “We zijn eerst laagdrempelig gaan kennismaken. We waren in de pauze aanwezig op het schoolplein en hebben meegewerkt aan een ouderavond.” Hetty: “Daardoor wist iedereen: dit zijn Yteke en Laura, zij horen vanaf nu ook bij de school.” Laura: “Zo voelt het ook, dat is heel fijn. Leerlingen en leerkrachten weten ons te vinden en spreken ons aan of komen bij ons met vragen.” Het effect van de aanwezigheid van de jongeren­werkers was snel merkbaar, vertelt Hetty: “We merken dat er meer rust is in de school. De sfeer in de bovenbouw is veel harmonieuzer dan vorig jaar, in de periode na corona.” 

Laura: “Sommige leerlingen hadden toen moeite om weer contact te maken met klasgenoten. We hebben oefeningen gedaan die gericht zijn op de manier van communiceren en hoe je samenwerkt met elkaar. Wat zeg je tegen elkaar, hoe ga je met elkaar om?”

Welbevinden verbeteren

Hetty: “Ook specifieke casussen hebben we samen kunnen behandelen. Pestgedrag richting een leerling konden we gelijk breder trekken. Daar hebben jullie ook duidelijk een rol in gehad. We zien dat het welbevinden van de leerling in kwestie enorm is verbeterd, dat gaat nu heel goed en er is geen extra ondersteuning meer nodig.”

Laura: “We zijn wekelijks aanwezig in de school. We doen dan bijvoorbeeld met een paar leerlingen oefeningen, met behulp van kaarten of spelmateriaal, gericht op samenwerking. We letten op taakverdeling en groepsdynamiek: wie pakt de doos uit, waar wordt het neergezet? Daar heb je het met elkaar over.
Daarnaast doen we ook groepsinterventies en weerbaarheidstrainingen. Momenteel zitten we met een van de klassen in een lessenreeks STOER, samen met Halt en de jeugdagent. Wat is stoer, wat is stom, wat zijn de gevolgen van je acties? Stoer gedrag lijkt voor de een misschien grappig, maar wat doet het met de ander? Verder kijken we met Tactus naar groepsdruk en social media.”

Maatwerk

De jongerenwerkers bieden maatwerk, vertelt Laura: “Bij het invullen van het programma sluiten we aan bij wat er al gedaan wordt op school. Er zijn zoveel momenten dat kinderen even iets extra’s nodig hebben, wij kijken hoe we daarin het beste kunnen helpen.”

Hetty: “We werken nu proactief in plaats van reactief. Als je niet alleen bezig met brandjes blussen en meer preventief werkt, voorkom je dat dingen gaan escaleren. Als er voorheen iets was voorgevallen in de pauze, gingen we dat eerst bespreken in een groepsgesprek. Ik merk dat wij als team nu meer tijd overhouden om met onderwijs bezig te zijn.”

Laura: “We laten ons zoveel mogelijk zien. Ook bij schoolvoetbal of het verkeersexamen komen we even kijken.” Hetty: “Het is voor jullie ook fijn dat jullie de jongeren in de bovenbouw leren kennen, al voor ze de overstap maken naar de middelbare school. Als ze straks ’s avonds uitgaan en in groepjes verzamelen is je contact heel anders, omdat je al een relatie hebt opgebouwd. Ik denk dat ze zich dan meer aangesproken voelen. Als kinderen het gevoel hebben dat ze serieus genomen worden, nemen ze jou ook serieus.”

Het pilotproject krijgt een vervolg, vertelt Hetty: “Het project mag in ieder geval nog een jaar doorgaan en komt beschikbaar voor alle basisscholen binnen de gemeente Dalfsen. We hopen dat we ook na dat jaar kunnen blijven samenwerken. Ik ben ervan overtuigd dat op termijn het rendement ook zichtbaar wordt in de jeugdzorg en het welbevinden van kinderen die van de basisschool overstappen naar het middelbaar onderwijs.” Laura is het daar mee eens: “Wij merken het verschil gelijk, wil de maatschappij er iets van merken heb je het over de lange termijn. Doordat we problemen aanpakken, maar juist ook sociale aspecten blijven stimuleren en de creativiteit en het talent van jongeren aanspreken.”

Back To Top
Zoeken