“Wonen is meer dan een huis, het gaat ook om je woonomgeving.” Vanuit die visie ging Roeline Visscher in 2020 aan de slag als regisseur leefbaarheid bij woonstichting Vechthorst. In nauwe samenwerking met Saam Welzijn werd een wijkgerichte aanpak opgetuigd, om buurtgenoten te helpen problemen aan te pakken en de saamhorigheid te versterken. In gesprek met welzijnswerkers Judith Bos en Ivonne Saueressig vertelt Roeline over de totstandkoming van deze aanpak en de eerste resultaten in de Dalfser wijk Ankummer Es. “Hoe maak je van die buurt weer een buurt waar mensen trots op zijn?”
Roeline: “Inwoners van Dalfsen zijn over het algemeen heel tevreden, de meeste kernen en wijken scoren heel goed. Om ook in de buurten waar het minder gaat mensen prettig met elkaar samen te laten wonen, zoeken we de samenwerking met ketenpartners.” Ivonne: “Bij Buurtbemiddeling, een project waarin Saam Welzijn samenwerkt met Vechthorst, was Ankummer Es de wijk met de meeste meldingen in 2022. Daarom leek het ons goed om hier te beginnen met onze wijkgerichte aanpak.”
Roeline: “Sinds 2016 zien we dat onze doelgroep is veranderd. We verhuren meer aan specifieke groepen als statushouders, mensen die beschermd wonen en ouderen die langer thuis blijven wonen. De wijk Ankummer Es heeft relatief veel sociale huurwoningen en daar wonen dus relatief ook meer kwetsbare bewoners, die niet zo zelfredzaam zijn.” Dat heeft gevolgen voor de wijk, vertelt Judith: “Mensen die er van oudsher wonen geven aan dat ze de wijk hebben zien veranderen. In een woonbelevingsonderzoek van Vechthorst haalde Ankummer Es de laagste score.”
“We vinden het fijn om met Saam Welzijn samen te werken. Samen zijn we de oren en ogen van de wijk”
Meedenken over de buurt
Het onderzoek leverde echter ook verbeterpunten op, die nu gericht worden aangepakt. Judith: “Een van de vragen in het onderzoek was: ‘Wie wil er meedenken over zijn of haar buurt?’ Dat heeft leuke initiatieven opgeleverd. Mensen gaven bijvoorbeeld aan dat het hen leuk leek om met oud en nieuw samen iets te organiseren. We hebben toen een kerstboom geregeld, de buurtbewoners hebben die samen versierd en er zijn leuke momenten rondom die boom georganiseerd. Heel laagdrempelig, maar heel goed voor de cohesie in de buurt.”
Roeline: “We merken dat mensen vaak vooroordelen over elkaar hebben. Vroeger waren we vanuit noaberschap hier gewend om als nieuwe buren direct kennis te maken. Dat proberen we nu nieuw leven in te blazen. Elke nieuwe huurder krijgt een welkomstpakketje met theeglazen en tegoedbonnen voor iets lekkers, zodat ze de buren uit kunnen nodigen.”
Signaleren en verbinden
Roeline vervolgt: “Als woonstichting signaleren wij als huren niet betaald worden, als buren klagen dat er iets niet in orde is. Dan weet je vaak al dat er iets aan de hand is, maar wij zijn geen hulpverleners of opbouwwerkers. Vandaar dat we het zo fijn vinden om met Saam Welzijn samen te werken. Als wij het signaleren kunnen we het daarna verbinden. Samen zijn we de oren en ogen van de wijk.”
Ivonne: “Saam Welzijn is natuurlijk altijd onafhankelijk. Ons enige belang is dat mensen prettig wonen en het gezellig is. Wij zijn neutraal en dat is een goede basis om mensen in beweging te brengen en met elkaar het gesprek aan te gaan.”
Opruimactie
Roeline: “We hebben laatst een opruimactie gehad, waarbij we bij mensen binnenkwamen. Dat zijn momenten dat je dingen kunt signaleren waar je misschien iets mee moet.”
Ivonne: “Niet dat we dan zeggen: u moet uw huis opruimen, maar we kunnen wel proberen te achterhalen wat de reden is dat er rommel is en vragen hoe we kunnen helpen.”
Judith: “Het was mooi om te ontdekken dat het ons een ingang bood. Mensen zeiden toch snel ‘kom maar even binnen’. Die opruimactie krijgt nu een vervolg, ik ga samen met de buurtbeheerder van Vechthorst vaker de wijk in om laagdrempelig contact te leggen en waar nodig mensen de helpende hand te bieden.”
“Omzien naar elkaar bestaat nog altijd. Buurtbewoners kennen elkaar en kunnen een beroep op elkaar doen”
Trots op de buurt
Vechthorst en Saam Welzijn maken daarbij gebruik van elkaars contacten. Roeline: “Als wij bij iemand langskomen omdat er bijvoorbeeld een technisch probleem is, kunnen we iemand van Saam Welzijn meenemen. En andersom, als wij nog geen persoonlijk contact met de bewoners hebben maar Saam Welzijn wel, dan kan dat voor ons weer nuttig zijn.”
Ivonne: “Die samenwerking is echt heel mooi, op alle vlakken. We bereiken bewoners makkelijker, dat heeft echt een vlucht genomen.”
Judith: “We hebben ontdekt dat omzien naar elkaar echt nog bestaat. Ook tegenwoordig kennen buurtbewoners elkaar en kunnen ze een beroep op elkaar doen. Dat is absoluut geen verloren zaak, het merendeel is nog altijd bereid om iets voor een ander te doen.”
Roeline: “Uiteindelijk willen we de woon- en leefsituatie verbeteren waar dat nodig is, zodat mensen weer trots zijn op hun buurt. Over twee jaar gaan we het onderzoek herhalen en kunnen we meten welk effect onze aanpak heeft gehad.”
Klus-Plusdienst
Een nieuw project dat Vechthorst en Saam Welzijn dit jaar hopen af te trappen is de Klus-plusdienst. Ivonne: “Saam Welzijn heeft al de Klussendienst voor kleinere klusjes. Maar er komen veel aanvragen binnen voor grotere klussen, zoals helpen bij een verhuizing of het onderhoud van de tuin. Daar kunnen we nu eigenlijk niet aan voldoen en daar is deze nieuwe dienst voor bedoeld, als aanvulling op de bestaande Klussendienst. We zijn hier al lang over in gesprek en er ligt nu een mooi projectplan.”
Roeline: “Vooral de tuin onderhouden is voor steeds meer mensen lastig: ouderen die langer thuis blijven wonen, mensen die uit een ander land hier naartoe komen en misschien nooit eerder een tuin hebben gehad of mensen die begeleiding hebben om zelfstandig te wonen.”
Ivonne: “Die groepen richten zich in de eerste plaats op het wonen, aan de tuin komen ze niet toe. Terwijl het wel veel doet voor het aanzicht van een buurt. Je tuin moet je zelf verzorgen, of je dat nou kunt of niet. En als het niet gedaan wordt heeft iedereen daar wat over te zeggen.”
Roeline: “De Klus-plusdienst kan daarbij helpen. Met wederkerigheid, zodat mensen iets terug kunnen doen en daardoor zelf ook weer in beweging komen.”
Judith legt uit: “Iemand die niet in staat is de tuin te onderhouden, kan misschien wel een lekkere cake bakken of eens iemand met de auto ergens mee naartoe nemen. Zo zou de Klus-plusdienst kunnen werken. En het is echt nodig, er zijn zoveel mensen die geen netwerk hebben. Voor hen kan dit een heel mooie voorziening zijn, waarmee ze hulp kunnen inschakelen voor een klein bedrag of een wederdienst.”
Ivonne: “Voor ons is het weer een mooie manier om achter de voordeur te komen. Daarnaast zou de Klus-plusdienst een mooie plek kunnen zijn waar bijvoorbeeld statushouders een plek vinden om te integreren en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen meedoen. Het raakt heel veel doelen.”